MAZDA MODEL 6 2016 Handleiding (in Dutch) 

Page 731 of 850

7–16
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
13. Bevestig de compressorslang aan het
bandventiel.


Ventiel Compressorslang

14. Steek de stekker van de compressor in
de stekkerbus voor accessoires in het
interieur en zet het contact op ACC
(pagina 5-162 ).


Middenconsole
Compressor Stekker van
compressor

OPGELET
  Controleer alvorens de stekker van
de compressor uit de elektrische
insteekbus te verwijderen of de aan/
uit schakelaar van de compressor
uitgeschakeld is.
  De compressor kan met behulp
van de druktoets schakelaar in- en
uitgeschakeld worden. 15. Zet de compressorschakelaar aan en
pomp de band voorzichtig op tot de
correcte bandenspanning is verkregen.
WAARSCHUWING
Gebruik de compressor nooit boven 300
kPa (3,1 kgf/cm 2 , 3 bar, 43,5 psi):
Het gebruik van de compressor boven
300 kPa (3,1 kgf/cm 2 , 3 bar, 43,5 psi) is
gevaarlijk. Als de bandenspanning hoger
wordt dan 300 kPa (3,1 kgf/cm
2 , 3 bar,
43,5 psi) wordt er hete lucht vanuit de
achterzijde van de compressor geblazen
waardoor u brandwonden kunt oplopen.
OPMERKING
  Controleer voor de correcte
bandenspanning het
bandenspanningslabel (frame van het
bestuurdersportier).
  Gebruik de compressor niet langer
dan 10 minuten, aangezien de
compressor beschadigd kan worden
wanneer deze gedurende langere
perioden gebruikt wordt.
  Als de band niet kan worden
opgepompt, is reparatie van de band
wellicht niet mogelijk. Als de band
binnen een periode van 10 minuten niet
op de correcte bandenspanning gebracht
kan worden, heeft de band een meer
uitgebreide beschadiging opgelopen.
In dit geval kan de lekke band
noodreparatieset niet worden gebruikt
om de band te repareren. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur.

 Als de bandenspanning van de band
te hoog is opgelopen, de schroefdop
boven op de compressor losdraaien
en enige hoeveelheid lucht aÀ aten.


Page 732 of 850

7–17
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
16. Wanneer de band op de juiste
bandenspanning is gebracht, de
compressorschakelaar uitzetten en de
compressorslang van het bandventiel
losmaken.
17. Monteer de dop van het bandventiel.
18. Berg de lekke band noodreparatieset op
in de kofferruimte en rijd verder.
OPGELET
  Rijd voorzichtig naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur en houd de
rijsnelheid onder de 80 km/h.
  Als er met de auto 80 km/h of sneller
wordt gereden, bestaat de kans dat de
auto begint te trillen.
OPMERKING
(Met bandenspanningcontrolesysteem)
Als de band niet de juiste spanning
heeft, zal het waarschuwingslampje van
het bandenspanningcontrolesysteem
gaan branden (pagina 4-54 ). 19. Controleer nadat u gedurende 10
minuten of 5 km met de auto heeft
gereden de bandenspanning met
behulp van de bandenspanningsmeter
welke bij de compressor behoort. Als
de bandenspanning tot beneden de
correcte bandenspanning is gedaald,
de band nogmaals op de correcte
bandenspanning brengen door het
volgen van de stappen vanaf nummer
14.
OPGELET
  Als de bandenspanning tot onder
130 kPa (1,3 kgf/cm 2 of bar, 18,9
psi) terugvalt, kan de reparatie
niet met behulp van de lekke band
noodreparatieset worden uitgevoerd.
Parkeer de auto op een vlakke
ondergrond op een veilige plaats
buiten het verkeer en neem contact
op met een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur.
  Als de bandenspanning na het
herhalen van de stappen 13 tot 20
voortdurend laag blijft, de auto op
een vlakke ondergrond op een veilige
plaats buiten het verkeer parkeren en
contact opnemen met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de
compressorschakelaar is uitgezet
wanneer u met behulp van de
bandenspanningsmeter op de
compressoreenheid de bandenspanning
controleert.


Page 733 of 850

7–18
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
20. De noodreparatie van de lekke band
is voltooid als de bandenspanning niet
afneemt. Rijd zo spoedig mogelijk
voorzichtig naar de dichtstbijzijnde
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur om de band
te laten vernieuwen. Het wordt door
Mazda aanbevolen de band door een
nieuwe te vervangen. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur als de band
gerepareerd en opnieuw gebruikt gaat
worden.
Trek de snelheidsbeperkingsticker los
na het verwisselen van de band.
OPGELET
  Wanneer een band met gebruik van
de lekke band noodreparatieset een
noodreparatie heeft ondergaan, wordt
het door Mazda aanbevolen de band
zo spoedig mogelijk door een nieuwe
te laten vervangen. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur als
de band gerepareerd en opnieuw
gebruikt gaat worden.
  De velg kan opnieuw worden
gebruikt nadat alle restanten
bandreparatievloeistof die er aan zijn
blijven kleven verwijderd zijn en
de velg nauwkeurig geïnspecteerd
is. Het bandventiel echter dient
vernieuwd te worden.
Inspectie van de lekke band
noodreparatieset
Inspecteer de lekke band noodreparatieset
met regelmatige tussenpozen.
 


 Controleer de periode van effectief
gebruik van de bandreparatievloeistof.
 


 Controleer de werking van de
luchtcompressor.

OPMERKING
De bandreparatievloeistof heeft een
periode van effectief gebruik. Controleer
de periode van effectief gebruik op het
etiket van de À es en gebruik de vloeistof
niet wanneer de periode is verstreken.
Laat de bandreparatievloeistof
vernieuwen bij een of¿ ciële Mazda
reparateur voordat de periode van
effectief gebruik verstreken is.


Page 734 of 850

7–19
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
Verwisselen van een lekke
band (Met reservewiel)
OPMERKING
Als zich tijdens het rijden het volgende
voordoet, kan dit duiden op een lekke
band.
 
 Sturen wordt zwaar. 
 De auto begint buitengewoon te
trillen.
  Het voertuig trekt naar één kant.
Als u een lekke band heeft, langzaam naar
een vlak gedeelte rijden en de band op een
plaats buiten het verkeer en op voldoende
afstand van de rijbaan verwisselen.
Stoppen in druk verkeer of langs de berm
van een drukke weg is gevaarlijk.
WAARSCHUWING
Volg bij het verwisselen van een band
de aanwijzingen:
Het verwisselen van een band is
gevaarlijk als dit niet op de juiste
manier wordt gedaan. De auto kan van
de krik glijden en iemand ernstig letsel
toebrengen.
Niemand mag een deel van zijn
lichaam onder een auto plaatsen die
door een krik ondersteund wordt.

Laat nooit iemand achter in een auto
die door een krik ondersteund wordt:
Het achterlaten van een passagier in
een opgekrikte auto is gevaarlijk. De
inzittende kan de auto van de krik af
doen glijden, hetgeen ernstig letsel kan
veroorzaken.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de krik goed gesmeerd
is alvorens deze te gebruiken.
1. Parkeer op een harde, vlakke
ondergrond op een veilige plaats en
trek de handrem stevig aan.
2. Schakel bij een automatische
transmissie in stand P (parkeren) of bij
een handgeschakelde versnellingsbak
in stand R (achteruit) of 1 en zet de
motor stop.
3. Schakel de
waarschuwingsknipperlichten in.
4. Laat iedereen uitstappen en uit de buurt
van de auto en het verkeer gaan.
5. Verwijder de krik, de wielmoersleutel
en het reservewiel (pagina 7-4 ).
6. Blokkeer het wiel dat zich diagonaal
tegenover het wiel met de lekke band
bevindt. Bij het blokkeren van een wiel,
een wielblok zowel aan de voorzijde
als aan de achterzijde van de band
plaatsen.


OPMERKING
Gebruik bij het blokkeren van een wiel
houten blokken of stenen welke indien
mogelijk voldoende groot zijn om de
band op zijn plaats te houden.


Page 735 of 850

7–20
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
Verwijderen van een lekke band
1. Draai de wielmoeren los door ze
beurtelings één slag linksom te draaien.
Echter geen van de wielmoeren
verwijderen totdat de band van de
grond gekrikt is.



2. Plaats de krik op de grond.
3. Draai de krikschroef in de richting
aangegeven in de afbeelding en stel de
krikkop af dichtbij het kriksteunpunt.


Krikkop
4. Plaats de krik onder het kriksteunpunt
dat zich het dichtste bij de te
verwisselen band bevindt met de
krikkop recht onder het kriksteunpunt.


Kriksteunpunt

5. Ga door met het geleidelijk omhoog
brengen van de krikkop door de schroef
met uw hand te draaien totdat de
krikkop in het kriksteunpunt grijpt.


Wielblokken
Kriksteunpunt



Page 736 of 850

7–21
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend de kriksteunpunten
aan de voor- en achterzijde die in deze
handleiding worden aanbevolen:
Het is gevaarlijk de auto op te krikken
bij andere kriksteunpunten dan die
welke in deze handleiding worden
aanbevolen. De auto kan van de krik
glijden en iemand ernstig letsel mogelijk
met dodelijke aÀ oop toebrengen.
Gebruik uitsluitend de kriksteunpunten
aan de voor- en achterzijde die in deze
handleiding worden aanbevolen.

De auto niet opkrikken op een
andere plaats dan bij het aangewezen
kriksteunpunt en plaats geen
voorwerpen op of onder de krik:
Het opkrikken van de auto op een
andere plaats dan het aangewezen
kriksteunpunt of het plaatsen van
voorwerpen op of onder de krik is
gevaarlijk aangezien de carrosserie
kan vervormen of de auto van de
krik kan glijden wat een ongeluk kan
veroorzaken.

Maak uitsluitend gebruik van de bij uw
Mazda geleverde krik:
Het is gevaarlijk wanneer een krik
wordt gebruikt die voor uw Mazda
niet bestemd is. Het is mogelijk dat de
auto dan van de krik glijdt en iemand
ernstig letsel toebrengt.

Nooit voorwerpen onder de krik
plaatsen:
Het opkrikken van een auto door een
voorwerp onder de krik te plaatsen is
gevaarlijk. De krik kan wegglijden en
iemand kan door de krik of de vallende
auto ernstig letsel toegebracht worden. 6. Haak de krikslinger vast en bevestig de
wielmoersleutel aan de wielkrik.



7. Draai de krikhendel rechtsom en
krik de auto zodanig omhoog dat het
reservewiel gemonteerd kan worden.
Controleer alvorens de wielmoeren te
verwijderen of uw Mazda stabiel is en
er geen kans is dat deze van de krik kan
glijden.





Page 737 of 850

7–22
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
WAARSCHUWING
De auto niet hoger opkrikken dan
noodzakelijk:
Het hoger opkrikken van de auto dan
noodzakelijk is gevaarlijk aangezien dit
de auto uit balans kan brengen wat een
ongeluk kan veroorzaken.

Wanneer de auto op de krik staat de
motor niet starten en de auto niet aan
het wankelen brengen:
Het starten van de motor of het aan het
wankelen brengen van de auto wanneer
deze op de krik staat is gevaarlijk
aangezien de auto hierdoor van de
krik kan glijden wat een ongeluk kan
veroorzaken.

Kruip nooit onder de auto wanneer
deze op de krik staat:
Het onder de auto kruipen wanneer
deze op de krik staat is gevaarlijk
aangezien dit ernstig of dodelijk letsel
kan veroorzaken in het geval de auto
van de krik zou glijden.
8. Verwijder de wielmoeren door deze
linksom te draaien en verwijder
vervolgens het wiel en de middendop.

Monteren van het reservewiel
1. Verwijder alle vuil en overige
verontreiniging van de montagevlakken
van het wiel, de naaf en de naafbouten
met behulp van een doek.



WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de montagevlakken
van het wiel, de naaf en de wielmoeren
schoon zijn alvorens banden te
verwisselen of te vernieuwen:
Het is gevaarlijk wanneer bij het
verwisselen of vernieuwen van een
band vuil en overige verontreiniging
niet van de montagevlakken van het
wiel, de naaf en de wielbouten wordt
verwijderd. De wielmoeren kunnen
tijdens het rijden lostrillen, hetgeen het
verlies van een wiel gevolgd door een
ongeluk kan veroorzaken.
2. Breng het reservewiel op de plaats aan.


Page 738 of 850

7–23
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
3. Monteer de wielmoeren met de
afgeschuinde zijde naar binnen gericht;
draai ze vervolgens hand-vast.



WAARSCHUWING
Breng geen olie of vet op de
wielmoeren en bouten aan en trek
de wielmoeren niet verder dan het
voorgeschreven aantrekkoppel aan:
Het aanbrengen van olie en vet op
wielmoeren en bouten is gevaarlijk.
De wielmoeren kunnen tijdens het
rijden lostrillen, hetgeen het verlies
van een wiel gevolgd door een ongeluk
kan veroorzaken. Bovendien kunnen
wielmoeren en bouten beschadigd
worden wanneer deze meer dan
noodzakelijk aangetrokken worden. 4. Draai de wielmoersleutel linksom en
laat de auto tot op de grond zakken.
Gebruik de wielmoersleutel om de
wielmoeren in de aangegeven volgorde
vast te draaien.



Indien u onzeker bent of de wielmoeren
voldoende strak aangetrokken zijn,
dient u ze te laten controleren door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur.

Aantrekkoppel van wielmoeren
N·m (kgf·m) 108—147 (12—14)



Page 739 of 850

7–24
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
WAARSCHUWING
De wielmoeren moeten daarom steeds
op correcte wijze stevig aangetrokken
worden:
Wielmoeren die onjuist of onvoldoende
zijn aangetrokken zijn gevaarlijk.
Het wiel kan gaan slingeren of zelfs
los raken. Hierdoor kunt u de macht
over het stuur verliezen en een ernstig
ongeluk veroorzaken.

Let er op dat dezelfde moeren worden
gebruikt als die welke verwijderd
werden of vervang ze door metrische
moeren van dezelfde maat:
Aangezien de wielbouten en -moeren
op uw Mazda metrische schroefdraad
hebben, is het gebruik van niet-
metrische moeren gevaarlijk. Indien
een niet-metrische moer op een
metrische bout gemonteerd wordt, kan
het wiel niet stevig bevestigd worden en
zal de bout worden beschadigd.
5. Verwijder de wielblokken en berg het
gereedschap en de krik op.
6. Berg de beschadigde band in de
bagageruimte op.
7. Controleer de bandenspanning. Zie
Banden op pagina 9-12 . 8. Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren of vervangen.

OPMERKING
(Met bandenspanningcontrolesysteem)
Druk na het monteren van de
reserveband niet op de instelschakelaar
van het bandenspanningcontrolesysteem.
De schakelaar dient alleen te worden
ingedrukt na het monteren van de
gerepareerde lekke band of na het
monteren van een nieuwe band (pagina
4-54 ).
WAARSCHUWING
Rijd nooit met banden waarvan de
bandenspanning niet juist is:
Het rijden met banden waarvan
de bandenspanning niet juist is,
is gevaarlijk. Banden met een
onjuiste bandenspanning kunnen de
wegligging nadelig beïnvloeden en
een ongeluk veroorzaken. Wanneer u
de bandenspanning van de normale
banden controleert, dit ook bij het
noodreservewiel controleren.
OPMERKING
Om te voorkomen dat de krik en de
gereedschapset tijdens het rijden gaan
rammelen, dienen deze op de juiste
wijze opgeborgen te worden.


Page 740 of 850

7–25
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
S t a r t e n m e t e e n h u l p a c c u
Starten met een hulpaccu kan gevaarlijk zijn wanneer dit niet op de juiste wijze gebeurt.
Volg daarom de procedure nauwkeurig op. Indien u hiermee niet vertrouwd bent, raden wij
u ten sterkste aan het starten van uw auto met een hulpaccu over te laten aan een deskundige
monteur of aan de wegenwacht.
WAARSCHUWING
Volg deze voorzorgsmaatregelen nauwkeurig op:
Lees voor een veilige en juiste behandeling van de accu onderstaande
voorzorgsmaatregelen nauwkeurig alvorens de accu te gebruiken of te inspecteren.

Laat de positieve ( ) pool niet in aanraking komen met een ander metalen
voorwerp dat vonken kan veroorzaken:
Open vuur en vonken in de buurt van open accucellen zijn gevaarlijk. Waterstofgas dat
bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd kan tot ontbranding komen en de
accu tot ontplof¿ ng brengen. Een ontploffende accu kan ernstige brandwonden en
letsel veroorzaken. Laat bij het werken in de buurt van een accu geen metalen
gereedschap in aanraking komen met de positieve (
) of negatieve ( ) pool van de
accu.

Houd alle open vuur, zoals sigaretten en vonken, uit de buurt van open
accucellen:
Open vuur en vonken in de buurt van open accucellen zijn gevaarlijk. Waterstofgas dat
bij normaal gebruik van de accu wordt geproduceerd kan tot ontbranding komen en
de accu tot ontplof¿ ng brengen. Een ontploffende accu kan ernstige brandwonden en
letsel veroorzaken.

Nooit met een bevroren accu of met een accu met een laag vloeistofniveau via het
gebruik van een hulpaccu proberen te starten:
Proberen te starten met een hulpaccu wanneer de uitgeputte accu bevroren is of
wanneer het vloeistofniveau laag is, is gevaarlijk. De accu kan dan scheuren of tot
ontplof¿ ng komen, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken.

Sluit de negatieve kabel aan op een geschikt massapunt op afstand van de accu:
Het aansluiten van het uiteinde van de tweede hulpstartkabel op de negatieve (
) pool
van de uitgeputte accu is gevaarlijk.
Het gas rondom de accu kan door een vonk tot ontplof¿ ng komen en iemand letsel
toebrengen.



Page:   < prev 1-10 ... 691-700 701-710 711-720 721-730 731-740 741-750 751-760 761-770 771-780 ... 850 next >